De familie Eckbrecht de Durckheim hield het dorp Froeschwiller sinds de 14e eeuw als bolwerk van de bisschop van Straatsburg. Het kasteel, verbonden aan de dorpskerk, bestond uit een hoofdgebouw geflankeerd door twee torens en bijgebouwen die toegankelijk zijn via een deur in een doorgangslichaam. Aan de achterzijde een tuin en een park. Rond 1850 werd het kasteel gekocht door Ferdinand de Durckheim, een neef van de Durckheim-Montmartins, toen prefect van Haut-Rhin, die het liet herbouwen. Het was toen een grote rechthoekige villa met een balkon ondersteund door pilaren. Zijn zoon, Albert, liet het in 1890 verbouwen en opnieuw vergroten door de architect Emanuel von Seidl, die er een groot gebroken dak met dakkapellen met fronton en een toren met een belvedère aan toevoegde. Ernaast werd een tweede woongebouw opgetrokken, verbonden met het hoofdgebouw door een doorgang op de bovenverdieping die door een verlaagde boog werd gedragen. De bijgebouwen dragen het wapen van de familie Durckheim en de datum 1891. Het kasteel is eigendom van een particuliere eigenaar en opent zijn deuren meestal alleen voor het publiek tijdens de monumentendagen. Het kan gehuurd worden voor evenementen en recepties.